Startpagina / Hoofdstuk 2: Consistentie Bewijs
Doel
De kernbewijzen uit Sectie 2.1 — dat het vacuüm niet leeg is — worden opgeschaald naar macro- en kosmische schaal. Eerst versterken we de fysische basis (steunbewijzen) met casussen waarin “een continu veld filamenten voortbrengt” en met een lange lijst van algemeen onstabiele deeltjes (GUP). Vervolgens koppelen we twee achtergrondlagen — statistische tensorzwaartekracht (STG) en lokaal tensorruis (TBN) — stap voor stap aan bekende astronomische fenomenen, zodat er een gesloten verificatielus ontstaat van laboratorium naar kosmos.
I. Steunbewijzen: een continu veld (“zee”) kan “filamenten voortbrengen”
- 1957 | Flux-vortexlijnen in supergeleider type II
Waarneming: Magnetische flux verdeelt zich in discrete “vortex-filamenten”, vormt een rooster en is omkeerbaar te wissen/ herschrijven.
Conclusie: Bij lage verliezen + nabij drempel lineariseert het elektromagnetisch veld spontaan tot filamenten en lost weer op in de continue toestand. - 1950s→2000s | Kwantum-vortexlijnen in supervloeibaar helium
Waarneming: Slanke vortexlijnen worden direct afgebeeld, getrackt en herverbonden; de kwantisatie-drempel van circulatie is helder.
Conclusie: Het faseveld trekt draden en bundelt onder lage dissipatie + begrenzing; de keten vorming → evolutie → terug oplossen is volledig meetbaar. - 1995 | Vortexrooster in Bose–Einsteincondensaat
Waarneming: Rotatie/ geometrische aandrijving levert een regelmatig lijnrooster; parameters en drempels zijn scherp.
Conclusie: De kwantumfase zelfassembleert een lineair netwerk binnen het coherentie-venster; reproduceerbaar. - 1960s→heden | Plasma-Z-pinch / stroom-filamentatie
Waarneming: Sterke stroom bundelt plasma tot fijnmazige kanalen, met een stabiel en hermeetbaar instabiliteitsspectrum.
Conclusie: Elektromagnetisch–fluidum-koppeling vouwt een continue verdeling samen tot filamenteuze energiepaden. - 1990s→heden | Optische filamenten in lucht door krachtige lasers (Kerr + plasma-klem)
Waarneming: Lange-afstand filamenten en een geklemde straalradius worden herhaaldelijk gezien; statistische vingerafdruk is stabiel.
Conclusie: Niet-lineaire lichtvelden vormen zelfonderhoudende lineaire energiestromen in het medium. - Topologische defecten in gecondenseerde materie (vloeibare kristallen/ faseovergangen)
Waarneming: Lijndefecten kunnen ontstaan, bewegen, botsen, herverbinden en weer oplossen.
Conclusie: Het ordeparameter-veld slaat structuur op in filamenteuze defecten; universaliteit en omkeerbaarheid van linearisatie zijn bevestigd.
Samenvatting (steunbewijzen):
Verschillende “zeeën” (elektromagnetisch, fase, fluïdum, plasma, …) doorlopen bij lage verliezen + begrenzing/aandrijving dezelfde cyclus draden trekken → bundelen → terug oplossen, in lijn met het hoofdbeeld “zee ↔ filament is uitwisselbaar”: voorwaarden aan → “filamenten ontstaan”; voorwaarden uit → “terug naar de zee.”
II. Steunbewijzen: onstabiele deeltjes zijn in groten getale aangetroffen
- 1936 | Muon — τ ≈ 2,197×10⁻⁶ s
- 1947 | Pion — π⁺/π⁻: ≈ 2,603×10⁻⁸ s; π⁰: ≈ 8,4×10⁻¹⁷ s
- 1947 | Kaon — K⁺/K⁻: ≈ 1,238×10⁻⁸ s; K_S: ≈ 8,958×10⁻¹¹ s; K_L: ≈ 5,18×10⁻⁸ s
- 1950s–1970s | Resonantietoestanden — ≈ 10⁻²³–10⁻²⁴ s
- 1974 | J/ψ — ≈ 7,1×10⁻²¹ s
- 1975 | Tau — ≈ 2,90×10⁻¹³ s
- 1977 | Υ(1S) — ≈ 1,22×10⁻²⁰ s
- 1983 | W/Z — W ≈ 3,0×10⁻²⁵ s; Z ≈ 2,64×10⁻²⁵ s
- 1995 | Top-quark — ≈ 5,0×10⁻²⁵ s
- 2012 | Higgsboson — ≈ 1,6×10⁻²² s
Samenvatting (steunbewijzen):
“Filament-lineariteit is gelaagd en levensduur-afhankelijk.” Zwaarder/compacter → korter leven, vaak met vrijgave via nabij-veldkanalen van sterke/zwakke wisselwerking. In het heelal komen onstabiele deeltjes zeer veel voor en vormen een enorme bron voor statistische tensorzwaartekracht en lokaal tensorruis.
III. Kosmische hercontrole (deel 1): statistische tensorzwaartekracht
Elk onstabiel deeltje legt tijdens zijn bestaan een inwaartse statistische trek op de tensor-spanning van de omringende energie-zee — vergelijkbaar met “een kortstondig kuiltje” op een wateroppervlak. Ontelbare kuiltjes, gestapeld en gemiddeld over de kosmos, vormen een gladde achtergrond van statistische tensorzwaartekracht.
Tijdlijn van verificatie
- 1930s→1970s | “Bijna vlakke” rotatiecurven van sterrenstelsels
Wat gezien is: Op grotere afstanden daalt de rotatiesnelheid niet voldoende volgens de zichtbare massaverdeling.
Sterktes: Ras-stelsel en decennia-breed consistent; massabalans sluit niet met alleen zichtbare componenten.
In het kader van statistische tensorzwaartekracht: Gladde achtergrondtrek stapelt op zichtbare materie en herschrijft de effectieve geleidingspotentiaal. - Sinds 1979 | Sterke zwaartekrachtlens (meervoudige beelden/ Einsteinringen)
Wat gezien is: Beeldposities/ vergrotingen/ tijdsvertragingen zijn precies en laten massa-inversie toe.
Sterktes: Drievoudige, onafhankelijke constraints vragen om extra bron van trek.
In het kader van statistische tensorzwaartekracht: Statistische treklembeden + zichtbare materie vormen samen de lens; geometrie en tijdsorde zijn gelijktijdig te simuleren en te sluiten. - Sinds 2006 | “Massa-piek ↔ gas-piek-mismatch” in fusie-clusterstelsels (o.a. Bullet Cluster)
Wat gezien is: Lens-massapiek is significant verschoven t.o.v. X-ray-gaspiek en evolueert met de fusiefase.
Sterktes: Morfologie + chronologie tegelijk beperkt; sterke casussen voor “extra trekterm”.
In het kader van statistische tensorzwaartekracht: Gebeurtenisgeschiedenis herordent treklembeden (jets/ stripping/ turbulentie) → verklaarbare volgorde van mismatch en evolutie. - 2013/2018 | All-sky lenspotentiaal van de kosmische microgolfachtergrond (φ-kaart)
Wat gezien is: Topografie van totale trek correleert sterk met grootschalige structuur.
Sterktes: Volledige hemel, hoge statistische significantie, overeenstemming tussen teams.
In het kader van statistische tensorzwaartekracht: Achtergrondkaart van lembeden voor ruimtelijke covariantie-matching met lokaal tensorruis en structuursplines. - 2013→2023 | Zwakke lensing – kosmische shear-vermogensspectrum
(CFHTLenS, DES, KiDS, HSC)
Wat gezien is: Systematische shear over tientallen miljoenen stelselvormen; vermogensspectra en hogere-orde statistiek zijn robuust.
Sterktes: Precieze curves voor treksterkte versus schaal/tijd, vaak boven de zichtbare bijdrage.
In het kader van statistische tensorzwaartekracht: Equivalent aan spectrum van statistische treksterkte, te fitten op statistische eigenschappen van de populatie onstabiele deeltjes.
Samenvatting (deel 1):
Meerdere lijnen van bewijs wijzen op een gravitatie-achtergrond buiten de zichtbare component. De mainstream spreekt van “een nog niet direct gedetecteerde donkere-materie-halo”; het Zee–Filament-beeld vervangt dit door statistische tensorzwaartekracht uit gestapelde, gemiddelde trek van onstabiele deeltjes tijdens hun bestaan: minder aannames, geen nieuwe component, en één consistente fit in zowel geometrie als statistiek. “Anomalieën” zoals de massa-piek ↔ gas-piek-mismatch in de Bullet Cluster passen bij treklembed-herordening door gebeurtenisgeschiedenis.
IV. Kosmische hercontrole (deel 2): lokaal tensorruis
Wanneer onstabiele deeltjes deconstrueren/ annihileren, keert energie terug naar de zee als breedbandige, laag-coherente golfbundels. Deze laag is alomtegenwoordig maar zwak, laat echter gemeenschappelijke statistische signaturen na; tijdens de voortplanting wordt zij consistent hervormd door de topografie van de statistische tensorzwaartekracht.
Tijdlijn van verificatie
- 1965→2018 | Kosmische microgolfachtergrond: gladde basis + stabiel fijn reliëf
Wat gezien is: Bijna-zwartlichaam-basis met anisotropie-vermogensspectrum, gerimpeld door lensing.
Sterktes: Meerdere satellietgeneraties in overeenstemming; zeer hoog signaal-ruis; “basis + reliëf” is hard bewijs voor een alomtegenwoordige micro-perturbatielaag.
In lokaal tensorruis: Brede, zwakke basale perturbatie plus covariante rimpeling door de trek-topografie (in de pas met statistische tensorzwaartekracht). - 2013→2023 | Kruiscorrelatie tussen lens-geïnduceerde B-modi van CMB en φ-kaart
Wat gezien is: E→B-conversie door lensing direct gedetecteerd, met ruimtelijke correlatie met φ-kaart.
Sterktes: Toont aan dat patronen consistent hervormd worden tijdens voortplanting.
In lokaal tensorruis: Observabel stempel van covariantie tussen patroon en trek-topografie. - Sinds 2023 | Gemeenschappelijk rood achtergrondsignaal in pulsar-timing-arrays (PTA)
Wat gezien is: Meerdere PTA’s melden onafhankelijk een gemeenschappelijke achtergrond op nHz-band, met hoekcorrelatie die verwachtingscurves volgt.
Sterktes: Groeiende inter-array consistentie, robuuste significantie.
In lokaal tensorruis: Macro-gebeurtenisbronnen (fusies/ jets/ ontkoppelen) injecteren micro-perturbaties in de zee en laten collectieve signaturen na.
Samenvatting (deel 2):
Onafhankelijke observaties convergeren op een alomtegenwoordige micro-perturbatielaag die in lock-step wordt hervormd door de gravitatie-topografie. De mainstream splitst dit vaak in “primaire fluctuaties + voorgrond/ systematiek”; het Zee–Filament-beeld voegt samen tot lokaal tensorruis: brede, zwakke basis plus event-gedreven micro-perturbaties (geïnjecteerd door deconstructie/ annihilatie van onstabiele deeltjes), en covariant met statistische tensorzwaartekracht. Dit voegt geen componenten toe, verklaart natuurlijk de band-overschrijdende ruimtelijke correlaties en spectrale stabiliteit, en voorspelt een tijdsorde “activiteit ↑ → eerst ruis, dan trek.”
V. Samengevat
- Drie bewijslijnen — de interdisciplinaire “zee brengt filamenten voort”, de lange lijst onstabiele deeltjes uit de hoge-energie-fysica, en de kosmische metingen met “extra trek (statistische tensorzwaartekracht) + alomtegenwoordige perturbatie (lokaal tensorruis)” — grijpen in elkaar en wijzen dezelfde kant op: het heelal is gevuld met een “energie-zee” die kan worden geëxciteerd en hervormd, waar filamenteuze structuren vlak bij de drempel zijn uit te trekken.
- Ontelbare onstabiele deeltjes: tijdens bestaan → stapeling van trek = statistische tensorzwaartekracht; bij deconstructie/ annihilatie → injectie van micro-perturbaties = lokaal tensorruis.
- Dit is geen lappendeken van losse fenomenen maar een gesloten verificatielus: dezelfde tensor-potentiekaart moet “één kaart, vele toepassingen” leveren in dynamica, lensing en timing, en wederzijds bevestigen met de basisverhoging van diffuse straling.
Auteursrecht & licentie (CC BY 4.0)
Auteursrecht: tenzij anders vermeld, berusten de rechten op “Energy Filament Theory” (tekst, tabellen, illustraties, symbolen en formules) bij de auteur “Guanglin Tu”.
Licentie: dit werk valt onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationaal (CC BY 4.0). Kopiëren, herverdelen, citeren, bewerken en opnieuw verspreiden is toegestaan, voor commerciële en niet‑commerciële doeleinden, mits naamsvermelding.
Aanbevolen bronvermelding: Auteur: “Guanglin Tu”; Werk: “Energy Filament Theory”; Bron: energyfilament.org; Licentie: CC BY 4.0.
Eerste publicatie: 2025-11-11|Huidige versie:v5.1
Licentielink:https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/