StartpaginaHoofdstuk 3: Het macroscopische heelal

Inleiding en terminologie
Dit onderdeel schetst één samenhangend beeld dat versnelling → ontsnapping aan de bronrand → voortplanting door grootschalige structuren aan elkaar rijgt. We hanteren bij eerste vermelding “volledige Nederlandse naam (afkorting)”, en daarna uitsluitend de volledige Nederlandse naam:

Details over de geometrie en polarisatie-“vingerafdrukken” van potloodachtige jets—zoals voorlopende polarisatiepieken, sprongen in polarisatiehoek, trapjes in de Faraday-rotatiemaat en meertraps-breuken in de nastraal—staan in Sectie 3.20 (“Vezelloop-loop”).


I. Fenomenen en knelpunten


II. Fysisch mechanisme (spanningskanalen + versnelling door reconnectie + gesplitste ontsnapping)

“Ontsteker” in de bron: dunne lagen van schuif + reconnectie
Rond sterke geleiders—nabije zwarte-gat-kernen, magnetars, samensmeltingsresten of starburst-kernen—staat de energiëzee “strak”. In smalle zones vormen dunne lagen met hoge schuif en felle reconnectie. Deze lagen werken als pulserende kleppen: elke open-dicht-cyclus bundelt energie naar deeltjes en elektromagnetische golven en levert van nature milliseconde- tot minuten-opvlammingen.

In sterke velden produceren proton–foton- en proton–proton-interacties ter plekke hoogenergetische neutrino’s en secundaire gamma’s. Tijdens de vorming verhogen Gegeneraliseerde onstabiele deeltjes de lokale orde; bij uiteenvallen voeren ze energie terug als Spanningsachtergrondruis, wat de laag actief en ritmisch houdt.

Output → ontsnapping aan de rand:
Wat vertrekt: een trein puls-pakketten (sterkte/duur/interval), het tijdspoor van de ordeparameter van de laag, en de beginmix van nabron-secundairen.

De rand is geen harde muur: drie “subkritische” kanalen verdelen de uitstroom—het laagste weerstandspad krijgt het grootste aandeel.

  1. Axiale perforatie (potloodachtige jet): Een slanke, stabiele corridor vormt nabij de rotatie-as. Hoogenergetische deeltjes en straling nemen de snelstrook—recht en snel. Observabele ankers: hoge lineaire polarisatie met stabiele oriëntatie, of sprongsgewijze polarisatiehoek tussen aangrenzende pulsen; korte, spitse flares.
  2. Randband-subkritiek (schijfwind/ breedhoek-outflow): Breder traject langs rand van schijf of schil; energie komt met “dik” spectrum en trager verloop vrij, typisch in nastraling. Ankers: middelhoge polarisatie, gladdere lichtkrommen, zichtbare her-collimatieknooppunten.
  3. Kortstondige naaldgaatjes (langzame lekkage/seepage): De kritische band wordt door Spanningsachtergrondruis tijdelijk doorprikt; kleine, kortlevende gaatjes met korrelige ruimte-tijd-textuur. Ankers: fijne “ruis-flikkers” in radio/ lage frequenties.

Output → voortplanting:
De relatieve gewichten van de kanalen plus kijkgeometrie bepalen de startcondities op weg.

Voortplanting verloopt niet door een uniforme mist: het kosmische web is een “spannings-snelwegnnetwerk”.

  1. Filament-ruggengraat = corridors met lage weerstand: Magnetische velden en plasma worden “uitgekamd”; geladen deeltjes buigen minder en diffunderen sneller. In die richtingen tonen hoogenergetische fotonen over-transparantie.
  2. Knopen/clusters = herverwerkingsfabrieken: Secundaire versnelling/reharding treedt makkelijk op; spectra krijgen subpieken met aankomstvertraging en polarisatiewissels.
  3. Dispersievrije gemeenschappelijke vertraging: Geometrie- en potentiaaltermen geven een frequentie-onafhankelijke vertraging, analoog aan tijdsvertraging door gravitatielensing.
  4. Ruisvloer reist mee: Spanningsachtergrondruis vormt een breedbandige vloer van radio tot microgolf.

Output → observatiesynthese:
Resultaat: spectra met “voeten”, samenstellings-trends en zwakke anisotropie, plus gestructureerde timing tussen boodschappers.

  1. Spectra en samenstelling: gelaagde versnelling + gesplitste ontsnapping. Meervoudige dunne lagen en kanaalgewichten stapelen tot een meertraps-kromme—machtwet → knie → enkel. Bij dominantie van de potloodachtige jet ontsnappen deeltjes met hoge rigiditeit schoner en kan het top-einde naar zware kernen overhelen. Passage door knopen/clusters kan het spectrum reharden of subpieken toevoegen door versnelling onderweg.
  2. Multi-boodschappers asynchroon: het wijdste kanaal klinkt het hardst.
    • Potloodachtige jet dominant: hadronische boodschappers gaan voorop → neutrino’s en kosmische straling steken uit, terwijl gamma’s nabij de bron onderdrukt kunnen worden.
    • Randband/naaldgaatjes dominant: het elektromagnetische kanaal is ruimer → gamma/radio lichten op; hadronisch raakt opgesloten of wordt herverwerkt, neutrino’s verzwakken.
    • Versnelling binnen één event: stress-herverdeling kan het leidende kanaal wisselen; “eerst elektromagnetisch, dan hadronisch” of omgekeerd komt beide voor.

III. Toetsbare voorspellingen en kruiscontroles (observatie-checklist)


IV. Vergelijking met conventionele theorie (overlap en meerwaarde)


V. Modellering en uitvoering (checklist zonder formules)

Drie kernknoppen:

Gezamenlijk fitten van meerdere datasets:
Gebruik één gedeelde parameterset om lichte/zware component, spectrale “voeten”, polarisatie-timing, aankomstrichtingen en diffuse vloer te aligneren. Inspecteer samen op één canvas: flare-timing, polarisatie, radiovloer en zwakke-lensing/ shear-kaarten.

Snelle diagnose-regels:


VI. Analogie (het moeilijke eenvoudig maken)

Zie de bronregio als een hogedruk-pompzaal (dunne schuif-reconnectie-lagen), de bronrand als slimme kleppen (drie subkritische kanalen) en de grootschalige kosmische structuur als een stadsbuizennet (spannings-snelwegen). Hoe de klep opengaat, hoe ver en naar welke hoofdcoridor, bepaalt wat wij op aarde het luidst “horen”: domineren gamma’s, leiden neutrino’s of komen kosmische stralen eerst aan? Voor een rechter, smaller en snellere “hoofdcorridor” zie Sectie 3.20 (“Vezelloop-loop”).


VII. Samengevat

Door versnelling → ontsnapping → voortplanting op één spanningskaart te leggen, valt een reeks losse puzzels samen tot een compact, coherent en toetsbaar fysisch beeld.


Auteursrecht & licentie (CC BY 4.0)

Auteursrecht: tenzij anders vermeld, berusten de rechten op “Energy Filament Theory” (tekst, tabellen, illustraties, symbolen en formules) bij de auteur “Guanglin Tu”.
Licentie: dit werk valt onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationaal (CC BY 4.0). Kopiëren, herverdelen, citeren, bewerken en opnieuw verspreiden is toegestaan, voor commerciële en niet‑commerciële doeleinden, mits naamsvermelding.
Aanbevolen bronvermelding: Auteur: “Guanglin Tu”; Werk: “Energy Filament Theory”; Bron: energyfilament.org; Licentie: CC BY 4.0.

Eerste publicatie: 2025-11-11|Huidige versie:v5.1
Licentielink:https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/