StartpaginaHoofdstuk 5: Microscopische deeltjes

In de Energie-filamententheorie (EFT) is tijd geen zelfstandige as van het heelal, maar de lokale “maat” of beat van fysische processen. Die maat wordt gezamenlijk bepaald door tensorintensiteit en structuur. Omdat omgevingen verschillen, verschilt ook hun maat; daarom moet je vóór elke vergelijking tussen omgevingen eerst deze maat tot één standaard ijken.


I. Microscopische maat en tijdsstandaard

Vraag: Als we microscopische maat gebruiken als tijdsstandaard, lijken “universele constanten” dan verschillend?

Kernpunten:


Conclusie:
Tijd definiëren via microscopische maat is betrouwbaar. Verschillen tussen omgevingen weerspiegelen kalibratieverschillen in de maat, niet willekeurige sprongen in fundamentele constanten.


II. Microscopische tijd en macroscopische tijd

Vraag: Worden macroscopische processen automatisch trager waar de microscopische maat trager wordt?

Kernpunten:

  1. Macroscopische tijdschalen worden door twee factoren samen bepaald. (1) Lokale maat stuurt intrinsieke stappen, zoals chemische reactie-fasen, atomaire overgangen en vervaltijden. (2) Propagatie en transport sturen signaaloverdracht, spanningsontlading, warmtediffusie en vloeistofcirculatie.
  2. Hogere tensorintensiteit maakt de lokale maat trager, maar verhoogt tegelijk het propagatieplafond. Met andere woorden: in dezelfde streek tikt de klok langzamer, terwijl signalen en verstoringen sneller door de “zee” kunnen worden doorgegeven.
  3. Of “macro ook trager wordt” hangt af van welke factor domineert:
    • Als lokale maat domineert (bijv. apparaten die door overgangsfrequenties worden gedreven), is het tempo trager in een gebied met hoge tensorintensiteit.
    • Als propagatie domineert (bijv. de voortgang van een golffront in hetzelfde materiaal), kan het tempo juist hoger uitvallen in een gebied met hoge tensorintensiteit.
  4. Voor een eerlijke vergelijking tussen twee omgevingen moet je zowel het verschil in maat als het pad- en materiaalafhankelijke propagatieverschil meerekenen.

Conclusie:
“Trager op micro-schaal” betekent niet automatisch “overal trager”. Macroscopische tijd ontstaat uit de gezamenlijke werking van maat en propagatie; de dominante factor bepaalt de uiteindelijk ervaren snelheid.


III. De pijl van de tijd

Vraag: Hoe duiden we kwantumexperimenten die soms op “omgekeerde causaliteit” lijken?

Kernpunten:


Conclusie:
De pijl van de tijd komt voort uit informatieverlies onder grofkorrelig middelen. De “vreemdheden” in de kwantumwereld weerspiegelen netwerkbeperkingen en correlaties, geen echte causaliteitsomkering.


IV. Tijd als dimensie: hulpmiddel of werkelijkheid

Vraag: Moeten we tijd behandelen als een dimensie van de ruimtetijd?

Kernpunten:


Conclusie:
Vierdimensionale tijd is een uitstekend hulpmiddel, maar hoeft geen ultieme substantie van het heelal te zijn. Tijd lees je het best als lokale maat; kies de 4D-beschrijving voor het rekenen en de maat-en-tensor-beschrijving voor de uitleg van het mechanisme.


V. Samengevat


Auteursrecht & licentie (CC BY 4.0)

Auteursrecht: tenzij anders vermeld, berusten de rechten op “Energy Filament Theory” (tekst, tabellen, illustraties, symbolen en formules) bij de auteur “Guanglin Tu”.
Licentie: dit werk valt onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationaal (CC BY 4.0). Kopiëren, herverdelen, citeren, bewerken en opnieuw verspreiden is toegestaan, voor commerciële en niet‑commerciële doeleinden, mits naamsvermelding.
Aanbevolen bronvermelding: Auteur: “Guanglin Tu”; Werk: “Energy Filament Theory”; Bron: energyfilament.org; Licentie: CC BY 4.0.

Eerste publicatie: 2025-11-11|Huidige versie:v5.1
Licentielink:https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/