StartpaginaHoofdstuk 6: Kwantumdomein

I. Fenomenen en vragen

Wanneer een groep deeltjes die bosonstatistiek volgt tot extreem lage temperaturen wordt gekoeld, handelen ze niet langer afzonderlijk maar bezetten ze gezamenlijk één kwantumtoestand. Het geheel golft dan in de pas, alsof er een strak fase-tapijt is uitgerold. Experimentele kenmerken zijn onder meer: twee onafhankelijk bereide wolken koude atomen die, zodra ze tegelijk worden losgelaten, stabiele interferentiestrepen vormen; een vloeistof die in een ringvormig vat langdurig zonder merkbare weerstand blijft stromen; en bij zeer langzaam roeren vrijwel geen viscositeit, terwijl er boven een bepaalde drempel plotseling gekwantiseerde wervels ontstaan. Dit zijn de klassieke gezichten van Bose–Einstein-condensatie en supervloeibare stroming.

De vragen luiden: waarom kan een voldoende koude vloeistof bijna wrijvingsloos glijden; waarom verschijnen stroomsnelheden niet continu maar in gekwantiseerde treden; en waarom lijken in één en hetzelfde materiaal een normale component en een supervloeibare component naast elkaar te bestaan?


II. Energie-filamenttheorie (EFT): fasevergrendeling, kanaalsluiting en gekwantiseerde defecten

In de Energie-filamenttheorie (EFT) worden stabiele structuren zoals atomen of gepaarde elektronen gevormd door windingen van energiefilamenten. Hun buitenlaag koppelt aan de energiënzee, terwijl het binnenste een eigen ritme behoudt. Als de totale spin een geheel getal is, volgt de collectieve beweging bosonregels en kunnen fasen coherent optellen. Bij voldoende koeling treden drie kerneffecten op:

Een begripsmatige grens: de Energie-filamenttheorie beschouwt ijkbosonen (zoals fotonen en gluonen) als golfpakketten die in de energiënzee voortplanten, terwijl atomaire condensatie draait om collectieve fasevergrendeling van de buitenlaag van stabiele winding-lichamen. Beide vallen onder bosonstatistiek, maar het “materiaal” verschilt: de eersten zijn plooien-omhulsels, de laatsten stabiele structuren met een gedeelde vrijheidsgraad van de buitenlaag. In deze bespreking doelt “condensatie” op de laatste groep.


III. Typische situaties: van helium tot koude atomen


IV. Observeerbare vingerafdrukken


V. Naast de gangbare beschrijving gelegd

De gangbare benadering gebruikt een macroscopische golffunctie of orde-parameter om het tapijt te beschrijven; de stroomsnelheid volgt uit de fasegradiënt. Bij lage aandrijving zijn er geen beschikbare excitatie-dragers, zodat dissipatie verdwijnt; de kritische snelheid wordt bepaald door de mogelijkheid wervels en fononen te wekken.

De Energie-filamenttheorie komt tot dezelfde waarneembare verschijnselen en vergelijkbare kwantitatieve trends, maar giet ze in een meer “materiële” beeldtaal. Zodra de tensorachtige achtergrondruis van de energiënzee onderdrukt is, vergrendelen stabiele winding-lichamen hun buitenlaagfase tot een coherent netwerk. Geringe aandrijving houdt verlieskanalen gesloten; sterke aandrijving opent nieuwe kanalen uitsluitend via gekwantiseerde defecten. Beide talen stemmen overeen over wat we zien en hoe het schaalt, maar verschillen in referentie: de gangbare visie benadrukt geometrie en golven, terwijl de Energie-filamenttheorie de organisatie van filamenten en zee beklemtoont.


VI. Samengevat

Bose–Einstein-condensatie en supervloeibaarheid komen niet voort uit “mystieke kou”, maar uit fasevergrendeling over schalen heen tot één doorlopend tapijt. Dat tapijt leidt de vloeistof door de gladste corridors van de energiënzee en houdt bij geringe aandrijving de dissipatiekanalen gesloten. Wordt de aandrijving te sterk, dan geeft het tapijt toe via gekwantiseerde wervels—topologische defecten die routes voor energieverlies openen.

Eén zin om te onthouden: vergrendel de fase en rol het tapijt uit—kanalen sluiten en superstroming verschijnt; duw harder en defecten treden op—dissipatie neemt het over.


Auteursrecht & licentie (CC BY 4.0)

Auteursrecht: tenzij anders vermeld, berusten de rechten op “Energy Filament Theory” (tekst, tabellen, illustraties, symbolen en formules) bij de auteur “Guanglin Tu”.
Licentie: dit werk valt onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationaal (CC BY 4.0). Kopiëren, herverdelen, citeren, bewerken en opnieuw verspreiden is toegestaan, voor commerciële en niet‑commerciële doeleinden, mits naamsvermelding.
Aanbevolen bronvermelding: Auteur: “Guanglin Tu”; Werk: “Energy Filament Theory”; Bron: energyfilament.org; Licentie: CC BY 4.0.

Eerste publicatie: 2025-11-11|Huidige versie:v5.1
Licentielink:https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/