StartpaginaHoofdstuk 4: Zwarte gaten

Energie doorboort geen absoluut verbod. Zij kan ontsnappen omdat de “kritische band” lokaal verschuift. Zodra in een klein gebiedje de “minimale uitwaartse vereiste” onder de “lokaal toegestane voortplantingssnelheid” komt, wijkt het buitenste kritische oppervlak daar tijdelijk. Elke uitstroom respecteert de lokale limiet; niets overschrijdt die grens.

De nabij-horizon is dus een actief poortwerk, geen starre muur. Wat als “lekkage” lijkt, is een kortstondige retuning van de gespannen huid: kleine vensters gaan open, raken verbonden of groeien uit tot banden, en sluiten weer. Dit onderdeel legt uit waarom die openingen ontstaan en hoe drie terugkerende routes—puntvormige poriën, langs de rotatieas georiënteerde perforaties en bandvormige kritikaliteitsverlaging aan de rand—de last verdelen, elkaar afwisselend domineren en onderscheidende observatiesporen nalaten.


I. Waarom het kritische oppervlak ‘poriën’ en ‘groeven’ krijgt: dynamische kritikaliteit en onvermijdelijke ruwheid

De regio nabij de horizon is geen volmaakt glad wiskunde-vlak, maar een huid met reële dikte die spanning draagt. Drie processen herschrijven die huid onophoudelijk:

Het buitenste kritische oppervlak gaat daardoor in ruimte en tijd rimpelen. Waar even een kruising ontstaat—iets meer toestaan en iets minder vereisen—licht een porie op. Als zulke poriën zich herhalen en langs één richting onderling verbinden, ontstaan een doorlopende perforatie of bandvormige kritikaliteitsverlaging.


II. Hoe de drie ontsnappingsroutes werken

  1. Kortstondige poriën: lokaal, kortlevend, zacht maar stabiel lek

Oorzaken:

Eigenschappen:

Wanneer vaak:

Observaties:

Consistentie-opmerking:

  1. Axiale perforaties: harde, rechte transport langs de rotatieas

Oorzaken:

Eigenschappen:

Wanneer vaak:

Observaties:

  1. Bandvormige kritikaliteitsverlaging aan de rand: tangentieel en schuin, brede spreiding en herverwerking

Oorzaken:

Eigenschappen:

Wanneer vaak:

Observaties:


III. Wie ontsteken en wie voeden: triggers en draaglast


IV. Verdeelsleutel en dynamische omschakeling


V. Randvoorwaarden en zelfconsistentie


VI. Snelgids op één pagina: koppel observatie aan mechanisme


VII. Samengevat

Het buitenste kritische oppervlak “ademt”, en de overgangslaag “stemt zichzelf af”. Filament-uitwisseling verandert het materiaal; schuif en herverbinding herschrijven de geometrie; interne en externe gebeurtenissen ontsteken de poort. Energie ontsnapt via drie gebruikelijke modi: puntporiën, as-georiënteerde perforaties en bandvormige kritikaliteitsverlaging aan de rand. Welke feller, stabieler of langer aanhoudt, hangt af van welk pad op dat moment de minste weerstand heeft—en van de mate waarin de resulterende flux dat pad terugvormt. Dit is lokaal poortwerk binnen de toegestane limiet, en zo verricht de nabij-horizon zijn echte arbeid.


Auteursrecht & licentie (CC BY 4.0)

Auteursrecht: tenzij anders vermeld, berusten de rechten op “Energy Filament Theory” (tekst, tabellen, illustraties, symbolen en formules) bij de auteur “Guanglin Tu”.
Licentie: dit werk valt onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationaal (CC BY 4.0). Kopiëren, herverdelen, citeren, bewerken en opnieuw verspreiden is toegestaan, voor commerciële en niet‑commerciële doeleinden, mits naamsvermelding.
Aanbevolen bronvermelding: Auteur: “Guanglin Tu”; Werk: “Energy Filament Theory”; Bron: energyfilament.org; Licentie: CC BY 4.0.

Eerste publicatie: 2025-11-11|Huidige versie:v5.1
Licentielink:https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/