Startpagina / Hoofdstuk 1: Theorie van Energiestrengen
Een bundel van verstoringsgolven is geen “ding”, maar een geordend pakket verandering. Waar de spanning in de energiezee plaatselijk iets wordt aangespannen of gelost, wordt dat veranderingspakket estafettegewijs verdergegeven. De bundel kan compact en netjes zijn; met gerichte polarisatie wordt hij een gerichte bundel die we licht noemen. Hij kan ook los en chaotisch zijn en zo achtergrondruis vormen. In dit hoofdstuk vatten we alle straling op als propagerende spanningsverstoringsbundels, en we stellen expliciet: de uitzendfrequentie van licht stemt strikt overeen met de periodiciteit van de interne spanningsverstoringen van de bron; hoe trager de interne klok, des te lager de frequentie.
I. Herkomst (veelvoorkomende bronnen)
- Vormings–en ontbindingsgebeurtenissen: Wanneer deeltjes samenklonteren of uiteenvallen, wordt de lokale spanningskaart herschreven en wordt een bundel “uitgeademd”. Verstoringen die de clusterdrempel halen, collimeren tot gerichte bundels; wie de drempel niet haalt, waaiert los uit.
- Structurele sprongen: Breuk, herverbinding, botsing, jets geven verstoringen vrij als bundel of waaier. Koppelen ze tegelijk aan een elektromagnetische spanningstextuur, dan ontstaat gemakkelijk gerichte polarisatie en scherpe gerichte pulsen; grijpen ze vooral in op het trek–geleidingsweefsel, dan overheerst wijdhoekige verstrooiing.
- Langzame achtergrond: Trage herordening op grote schaal levert laagfrequente, brede golfslag op, zwak gericht, en vormt de hoofdmoot van spanningsruis.
II. Propagatie — bewegen in de zee, meebuigen met de spanning
- Reizen in de zee: Bundels trekken door de energiezee; snelheid en strooibaarheid worden bepaald door lokale spanning en achtergrondruis.
- Snelheidslimiet = lokale spanning: Op één plek geldt: strakker → sneller, losser → langzamer; bij gebiedsovergang past de snelheid zich vanzelf aan de spanning langs het pad aan — zonder extra gas of rem.
- Propagatiedrempel: Alleen wanneer de lokale spanningstoename een kritische waarde overschrijdt, zelfordent de verstoring tot een stabiele gerichte bundel. Onder de drempel wordt de verstoring herverwerkt, verhit of diffuseert zij op korte afstand. Hieruit volgt dat emissie en absorptie van licht plaatsvinden als discrete pakketjes; de korrelige kant komt van de minimale excitatiedrempel, zonder dat een puntdeeltje hoeft te worden aangenomen.
- Voorkeursroute: Bundels neigen naar strakker–minder weerstand; de totale baan wordt gestuurd. Het lensverschijnsel is te begrijpen als zelfgekozen snelweg langs gunstige spanning.
- Vormverandering: Bij texturen, defecten, grenzen treden reflectie, transmissie, verstrooiing of splitsing op; coherentiemismatch veroorzaakt verbreding en demodulatie; zwakkere polarisatie diffundeert sneller tot verstrooide bundels.
III. Verschijningsvormen — één familie van straling
- Gerichte coherente bundel (licht): Elektrische textuur rekt de richting recht, magnetische textuur legt de rotatie aan banden; samen wekken zij gerichte polarisatie, snoeren de envelop en stabiliseren de voorwaartse propagatie. De bundel kan interfereren en ook in één keer worden geabsorbeerd.
- Brede langzame bundel (zwaartekrachtsgolven): Komt overeen met globale golfslag van trek–geleidingsstructuren; mist richtingsslot, groot bereik, traag ritme, lage energiedichtheid, dus verstrooiingsfenotype.
- Halfgerichte bundel (vaak bij kernprocessen): Neemt partieel richting over uit lokale texturen; middelmatige polarisatie; veraf tussen gericht en verstrooid in.
- Ongetypeerde rommelbundel (TBN): Uitgestoten bij ontbinding van instabiele deeltjes; zwak gericht, bonte frequenties, draagt achtergrondwiebelen in precisiemetingen.
IV. Oorsprong van gerichtheid — waarom kan licht “gericht” zijn
- Koppeling aan elektromagnetische textuur: Elektrische textuur geeft de as, magnetische vergrendelt de rotatie; samen polariseren ze, strakken de envelop en stutten stabiele voorwaartse loop.
- Ondergepolariseerde trekgolfslag: Zwaartekrachtsgolven zijn spannings–rimpels van trekstructuren; zonder richtingslot, diffusief, moeilijk scherp te bundelen.
- Polarisatiekracht bepaalt fenotype: Sterk → gemakkelijk focussen en beelden; zwak → gemakkelijk verstrooien, omgevingsafhankelijk, door ruis verbreed.
V. Wat zo’n bundel “doet”
- Superpositie & interferentie: In fase → helderder, tegenfase → uitdoving; coherentiegraad bepaalt streepscherpte. Gerichte bundels houden patronen over grotere afstand.
- Buigen & imaging: In ongelijkmatig gespannen gebieden wordt de bundel gestuurd en gekromd tot focus of divergentie; sterker gepolariseerd → scherpere beeldvorming.
- Absorptie & backfill: Gevangen door lokale structuren wordt energie intern of heringevlochten; boven drempel kan herclusteren en opnieuw uitzenden.
- “Handschrift van de bron” dragen: De bron programmeert frequentie en maat via de interne klok; het spanningspotentiaal langs het pad herschrijft fase en aankomstenergie zonder het frequentiecentrum te verschuiven. Kernpunt: uitzendfrequentie = maat van de interne klok; die klok wordt door lokale spanning gezet; tragere klok → lagere frequentie.
VI. Wat dit herkadert in de moderne fysica (fenomeengericht)
- Golf–deeltje-dualiteit: Drempel–geclusterd coherente bundel verenigt beide gezichten. Discrete aankomst komt uit stabiliteitsvenster & clusterdrempel; interferentie uit geordende fasepropagatie — zonder dubbele ontologie.
- Ondeelbaarheid van “enkel-foton”: Zelfdragingsconditie verbiedt arbitraire splitsing; splits onder de drempel → vergaat tot ruis, geen “halve foton”.
- Drempelfrequentie van het foto-elektrisch effect: Clusterdrempel & selectieve koppeling geven intuïtief drempelbeeld; energieoverdracht is momentaan wanneer bundel—ontvanger verstrikt raken, niet een puntwaarde die wordt meegedragen.
- Kwantisering van zwartelichaamstraling: Toelaatbare clustermodi worden door randtextuur & drempel uitgezeefd; discrete lijnen komen uit de set van zelfdragende modi.
- Dubbele spleet & enkel-foton-interferentie: Coherente kern van dezelfde bundel wordt door de omgeving over paden verdeeld; aankomst blijft discreet; franjepatroon komt statistisch op.
- Uniforme kosmische roodverschuiving: gebruik spanningspotentiaal-roodverschuiving; uitzendfrequentie wordt door de bronklok gezet; lezing aan de ontvanger door lokale schaal; padpotentiaal herschept fase & aankomstenergie zonder het frequentiecentrum te verzetten.
- Lage SNR & lastig bundelen bij zwaartekrachtsgolven: Onderpolarisatie maakt energiedichtheid lastig te concentreren — verklaart lage SNR en verbrede verre veld.
VII. Impact — op theorie en techniek
- Ontologische eenheid: Elektromagnetische straling, zwaartekrachtsgolven, kernstraling zijn bundels van verstoringsgolven; hun verschillen zitten in geboortemechanisme en polarisatiekracht.
- Didactische herformulering: Golf–deeltje-dualiteit → “coherente propagatie boven drempel”; foton → “gerichte coherente bundel”.
- Nieuwe meetgrootheden: introduceer gerichtheidsindex, drempelenergie, span van coherente kern, bundeltaille & zijlobverhouding, TBN-vingerafdruk, interne-klok-correspondentie.
- Herbouw van detectie–sturing: Zwaartekrachtsgolven: brede correlatie & verbredingscompensatie; gerichte straling: textuurengineering & polarisatie-injectie; astrofysica: scheid expliciet “bron-klok-verandering” van “padterm”.
- Schaalbrug: van galactische STG tot laboratoriumoptica met dezelfde parameterfamilie en homomorfe beelden.
Samengevat
- Licht is een gerichte, coherente spanningsverstoringsbundel; de uitzendfrequentie wordt direct gezet door de interne verstoringsperiode; tragere interne klok → lagere frequentie.
- Snelheid wordt door lokale spanning bepaald; het pad kiest vanzelf de gunstige flank; complexe texturen vervormen de bundel; drempel maakt aankomst discreet; coherentie bepaalt franjescherpte.
- Dit gerichte en verenigde kader bindt golf–deeltje, drempelfenomenen, zwarte-lichaam-kwantisering, dubbele spleet, roodverschuiving, lage SNR tot één toetsbaar geheel, en verschuift de ingenieursknoppen van deeltjes-aannames naar polarisatie, drempel en interne klok — meetbare parameters.
Auteursrecht & licentie (CC BY 4.0)
Auteursrecht: tenzij anders vermeld, berusten de rechten op “Energy Filament Theory” (tekst, tabellen, illustraties, symbolen en formules) bij de auteur “Guanglin Tu”.
Licentie: dit werk valt onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationaal (CC BY 4.0). Kopiëren, herverdelen, citeren, bewerken en opnieuw verspreiden is toegestaan, voor commerciële en niet‑commerciële doeleinden, mits naamsvermelding.
Aanbevolen bronvermelding: Auteur: “Guanglin Tu”; Werk: “Energy Filament Theory”; Bron: energyfilament.org; Licentie: CC BY 4.0.
Eerste publicatie: 2025-11-11|Huidige versie:v5.1
Licentielink:https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/